Het Graafschap Loon
782 jaar Paardenmarkt Kuringen in 2024 !
In 1242 stonden de eerste paarden in de rij te Kuringen in de buurt van het Prinsenhof. De eerste paardenmarkt in Kuringen was een feit. Kunnen we dit met 100 % zekerheid staven? Neen, helaas niet. De mondelinge en schriftelijke overlevering geven ons onvoldoende bewijzen om dit te bevestigen. Kunnen we er een jaartje langs zitten of zelfs 2 jaar ? Dat kan, maar evenzeer kan het zijn dat de eerste paardenmarkt het leven zag in 1242. Om dit nader toe te lichten moeten we even in de geschiedenis van de stad Hasselt duiken. Hasselt werd voor het eerst vernoemd in geschreven bronnen in 1165 en kreeg kort daarna de felbegeerde Luikse stadsrechten. De Graven van Loon, die oorspronkelijk Borgloon als hun hoofdstad hadden, verplaatsten in de jaren na 1180 hun zetel naar Kuringen, terwijl het centraal gelegen Hasselt uitgroeide tot het bestuurlijk centrum van het graafschap. In 1232 werd de status van stad bevestigd door Graaf Arnold IV. De graaf schenkt in 1240 vrijheden aan Kuringen (allodiaal Luiks stadsrecht) dat zich echter niet tot een echte stad kan ontwikkelen. Hij bouwt een burcht (het latere Prinsenhof dat zijn naam pas verkreeg in de 18de eeuw) en werd bekend als de burcht van de heren van Curingen. Het had in de eerste plaats een militaire functie.
De graven van Loon, die het geregeld aan de stok kregen met hun leenheer, de prins-bisschop van Luik, kozen de burcht als meer centraal gelegen residentie en dus ook beter te verdedigen dan Loon dat we nu kennen als Borgloon. Na de verwoesting van de grafelijke burcht te Borgloon in 1232 werd Kuringen als verblijfplaats gekozen.
Hasselt verkreeg aldus het vrijheidscharter en de daarbij horende stadsrechten in 1232. Stadsrechten hadden betrekking op zaken als muntrecht, tolrecht, stapelrecht, stadsmuren en marktrecht.
De laatste 2 rechten waren het meest voorkomend: toestemming om een muur te bouwen om zich beter te kunnen verdedigen en het houden van een markt wat veel geld opleverde.
De privileges van marktrecht werden zonder wetgeving veelvuldig aan dorpen vergeven. Kuringen met zijn ideale ligging op de as tussen Hasselt en Diest verkreeg aldus vrijheden vanaf 1240 en verkreeg wellicht zijn eerste markt in 1242. In ieder middeleeuwse stad werd één keer per jaar een grote jaarmarkt gehouden meestal naar aanleiding van een bepaalde feestdag. Kooplieden en ambachtslui trokken met hun eigen waar van markt tot markt en waren het hele zomerseizoen onderweg. Vaak vervoerden ze hun spullen op een wagen, een kar of een kist op de rug. Op de jaarmarkt waren niet alleen spullen te koop, maar er werd ook muziek gemaakt, gegokt en gedronken.
Hoe zit het dan met de paarden- en jaarmarkt? Wel oorspronkelijk zijn paardenmarkten ontstaan vanuit de noodzaak om paarden op een centraal punt en op een vast tijdstip te verhandelen. In de middeleeuwen lag het aanbod van paarden nog niet zo voor de hand. Mensen bezaten een paard met name als het nuttig kon zijn. Voor veel seizoensgebonden werkzaamheden, zoals het ploegen van het land of bij de jacht, kocht en verkocht met het dier vlak voor en direct na het seizoen. Op deze manier ontstonden de paardenjaarmarkten op de kenmerkende data, meestal rondom de start van de lente en de start van de herfst.
Het paard dat centraal staat in de middeleeuwse geschriften is natuurlijk het paard dat deelnam aan steekspelen. Het is een competitie tussen twee ridders te paard, die elkaar van hun paard proberen te steken met een lans. Het was een elitaire sport dat enkel kon beoefend worden door ridders. Deze waren welgesteld, konden beschikken over personeel, een goed paard, een degelijk harnas en vrije tijd om zich te bekwamen in het steekspel. Het steekspel ontstond in de hoge middeleeuwen (1000 – 1250) en bleef populair tot ver in de 16de eeuw.
Traditioneel vindt de Paardenmarkt plaats op iedere 1e zaterdag vanaf 17 maart. Dit heeft alles te maken met onze patroonheilige Sint-Gertrudis. Zij kwam te sterven op 17 maart 659 en daarmee herdenken wij haar dan ook met de paardenjaarmarkt. Haar weerspeuk luidt als volgt : “op Sint Geertruid komt de warmte de grond uit”